Betekenis plotseling opkomende, sterk in...
Juist is: 'Ik woon vlak bij mijn ouders.'

Wanneer gebruik je je en wanneer jij?

07-02-2024
Jij is goed als er nadruk op ligt: 'Niet ik, maar jij zou het doen!' Je is het minder nadrukkelijke alternatief: 'Het lukt wel, maar je mag altijd helpen.' Je kan ook 'men', 'jou' of 'jouw' betekenen.

Je en jij kunnen als onderwerpsvorm meestal door elkaar heen gebruikt worden. Jij is goed als er extra nadruk op ligt:

  • Kom jij dat pakje brengen of doet hij dat?
  • Nee, jij niet, híj!

Je heeft geen extra nadruk, het is onbeklemtoond. Het wordt ook gebruikt in de betekenis 'men'.

  • Hoe weet je zoiets?!
  • Als je dat pakje komt brengen, denk je dan aan de rekening?
  • Je kunt me zeker helpen. Graag zelfs.
  • Je leeft niet om te werken.
  • Daar kun je veel van leren!

Je is ook goed als onbeklemtoonde vorm van jou of jouw: 'Ik heb je gisteren nog in Haarlem gezien', 'Is dat je broertje?'

Nadrukkelijk en minder nadrukkelijk (jij en wij versus je en we)

Wat voor je geldt, geldt ook voor de meeste andere voornaamwoorden, zoals zij en wij en zijn en mijn: naast een volle vorm (met een volle klinker, bijvoorbeeld een ij of ou) hebben ze ook een gereduceerde vorm (met een onbeklemtoonde uh-klank, bijvoorbeeld je).