Tips voor een leuke kerstvakantie.
21-12-2016
December is een gezellige maand, maar ook ongelofelijk druk. Eerst de Sint en nu de kerst. Thuis en op school gonst het van de activiteiten. Dat vraagt veel van een kind. Kinderen zijn aan het einde van het jaar vaak 'op'. Die decembermaand wordt ze dan een beetje teveel. En dat ga je merken in hun gedrag. Als ouder of leerkracht kan jij ze door zo'n drukke periode heen helpen.
Belangrijk is dat je voldoende rustmomenten creëert. Dat ze niet overal aan mee hoeven te doen. Een keer geen rol bij de kerstvoorstelling, bijvoorbeeld. En weet je wat zo mooi is? Daarna zijn ze weer gezellig. Is de sfeer thuis weer goed. En profiteren ze weer van het onderwijs dat ze aangeboden krijgen. Het kind blij en jij blij.
| 5 tips voor een leuke kerstvakantie 1) Steeds terugkerende gewoonten zijn fijn voor een kind. En daar hebben we er tijdens de kerst genoeg van. Hou die vooral in ere. Maar durf er wel kritisch naar te kijken. Ze moeten namelijk wel passen bij jouw gezin. Als bepaalde gewoonten teveel prikkels geven, is het beter om andere keuzes te maken. Soms zorgt dat voor onbegrip van je omgeving, maar jij en jouw gezin gaan dan toch echt voor. 2) Zorg dat je de vakantie zo overzichtelijk mogelijk maakt voor jouw kind met autisme. Een handig hulpmiddel daarbij is de 'Wanneer wel kalender'. Teken een overzicht van de hele vakantie en maak daarin de uitzonderingen - zoals bijvoorbeeld kerst, oud en nieuw, uitjes en logeren - zichtbaar. Dan weet jouw kind precies wat hem te wachten staat. En dat zorgt voor rust. |
| 3) Tijdens de vakantie heeft je kind veel vrije tijd. Dat vindt hij lastig. Wat moet hij dan gaan doen? Niet ingevulde tijd is kliertijd. Inventariseer daarom samen met je kind wat hij allemaal zou kunnen doen. Daar kan hij dan uit kiezen op de momenten dat hij niets heeft te doen. Kijk eens of de Wat Wijzer misschien bij jouw kind past. 4) Doe de dagelijkse dingen zoveel mogelijk hetzelfde als buiten de vakantie. Eet bijvoorbeeld op dezelfde tijden, aan tafel met hetzelfde beleg op brood. Dat zorgt voor veel duidelijkheid en voorkomt onrust. 5) Stel samen met je kind regels op voor uitjes. Spreek van tevoren af wat de regels zijn. Bijvoorbeeld: als je binnen komt, ga je eerst even gedag zeggen tegen opa en oma, daarna mag je gaan spelen. Het is goed om dat op te schrijven en zo nodig te visualiseren. Bron: www.geefmede5.nl |
