Betekenis ernaast gelegen, aangrenzend ...

Woordenschat: belendend

15-05-2024
Betekenis
ernaast gelegen, aangrenzend

Uitspraak
buh-len-duhnt

Citaat

"Maar het fenomeen 'bruine kroeg' was mij, dankzij mijn vader, welbekend, en zo begreep ik wat Carmiggelt bedoelde als hij een man aan een bar beschreef die zich 'nat hield als een belendend perceel' (...)."
(Bron: Vrijwel niemand leest nog Carmiggelt. Ik ben met die man vergroeid als een klimop met een eik - Sylvia Witteman, de Volkskrant, 10 mei 2024)


Woordfeit

Het woord belendend kom je vooral tegen in combinaties als het belendende perceel of het belendende pand: 'het perceel/pand/huis ernaast'. Belendend is het tegenwoordig deelwoord van het enigszins verouderde werkwoord belenden. Dat is afgeleid van land: volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal betekende belenden oorspronkelijk "Met zijn land liggen naast het land van een ander, daaraan grenzen".

De term belendende percelen komt vrij veel voor in de context van een brand: als een gebouw in brand staat, probeert de brandweer onder meer te voorkomen dat de brand overslaat naar naastgelegen gebouwen. Dat kan onder meer door die panden nat te houden (er de brandweerspuit op te richten), en dat is waar Carmiggelt in het citaat van Sylvia Witteman op zinspeelt. 

Het enigszins clichématige gebruik van belendende percelen in de berichtgeving over branden werd al in 1947 door Godfried Bomans op de hak genomen. In een fictief interview met een brandweerman vraagt de journalist: "En de huizen ernaast, brandmeester?" Waarop de brandmeester even glimlacht en dan zegt: "Ik meen u te begrijpen, u bedoelt de belendende percelen."